Het eerste deel betreft wederom de bevoegdheid, echter de verordening heeft een universeel toepassingsgebied. Op grond van artikel 3 zijn de lidstaten bevoegd op het gebied van onderhoudsverplichtingen onder de navolgende voorwaarden:
- het gerecht van de plaats waar de verweerder zijn gewone verblijfplaats heeft;
- het gerecht van de plaats waar de onderhoudsgerechtigde zijn gewone verblijfplaats heeft;
- het gerecht dat volgens het recht van het forum bevoegd is om kennis te nemen van een verzoek betreffende de staat van personen, indien het verzoek inzake een onderhoudsverplichting een met deze verordening verbonden nevenverzoek is, tenzij deze bevoegdheid uitsluitend op de nationaliteit van een der partijen berust;
- het gerecht dat volgens het recht van het forum bevoegd is om kennis te nemen van een verzoek betreffende de ouderlijke verantwoordelijkheid, indien het verzoek inzake een onderhoudsverplichting een nevenverzoek is dat verbonden is met dit verzoek, tenzij deze bevoegdheid uitsluitend op de nationaliteit van een der partijen berust.
Artikel 4 opent onder voorwaarden de mogelijkheid voor een forumkeuze en artikel 5, 6 en 7 bieden respectievelijk bevoegdheid gebaseerd op de verschijning van de verweerder, c.q. subsidiaire bevoegdheid, c.q. een forum necessitatis. Het commune Nederlandse IPR is hiermee uitgeschakeld.
Het tweede deel is bijzonder omdat de alimentatieverordening zelf geen regels geeft maar verwijst naar het Haags Protocol van 23 november 2007. Dit protocol heeft een universeel toepassingsgebied. Het protocol is zelf nog niet in werking getreden maar krachtens een besluit wel van toepassing verklaard door de Europese Commissie vanaf 18 juni 2011. Op grond van artikel 3 het navolgende:
Tenzij dit Protocol anders bepaalt, worden onderhoudsverplichtingen beheerst door het recht van de Staat waar de onderhoudsgerechtigde zijn gewone verblijfplaats heeft. In geval van verandering van de gewone verblijfplaats van de onderhoudsgerechtigde, is het recht van de Staat van de nieuwe gewone verblijfplaats van toepassing vanaf het tijdstip waarop de verandering intreedt.
Wanneer er geen mogelijkheid tot (partner)alimentatie is volgens het recht van het op grond van artikel 3 aangewezen land dan staat er op grond van artikel 4 een herkansing open. Tevens bestaat op grond van artikel 5 nog de mogelijkheid om aan te knopen bij het nauwst verbonden recht. Onder voorwaarden is er op grond van artikel 7 nog een rechtskeuzemogelijkheid in het kader van een gerechtelijke procedure.